Beter dan goed?

Afgelopen maand heb ik meermalen mogen spreken op congressen over gezondheidszorg. Tijdens interacties met het publiek kwam een aantal maal de term maakbaarheid langs, maar ook tijdens mijn opleiding ‘Filosofie en Gezondheidszorg’ is dit een belangrijk thema. Tijd om mij eens goed te verdiepen in deze term.

Op mijn zoektocht kwam ik het boek: ‘Ziek van gezondheid’ van Ignaas Devisch tegen. De Belgische hoogleraar medische filosofie stelt in dit boek: ‘Wat we ook doen voor onze gezondheid, het is nooit genoeg. We kunnen altijd meer doen. Dat maakt ons ziek tot we gezond zijn.’

In de kern draait het volgens Devisch om een filosofische vraag: ‘Hoe gaan we als samenleving om met de onzekerheden van het bestaan: ziekte, de dood en hoe verenigen we die omgang met ons streven naar autonomie? Tijdens mijn opleiding  verwees mijn docent, Donald Tol, meermalen naar de Oostenrijkse denker Ivan Illich die in de jaren zeventig wees op de gevaren van de grote macht die het medisch establishment had over het individu. Volgens hem heeft dat mede geleid tot mooie termen als empowerment: de patiënt kreeg meer zeggenschap over zijn eigen gezondheid.

De openingszin van het boek ‘Medical Nemesis’ van Illich is: ‘Geneeskunde is een bedreiging voor de gezondheid geworden’. Volgens Illich betekent gezondheid het vermogen om zelfstandig te kunnen omgaan met ziekte, lijden en dood. Illich vond dat de geneeskunde dit vermogen aantastte door ziekte, lijden en dood teveel te benaderen als technische fenomenen in plaats van dat het onderdeel is van het menselijk bestaan.

Het roept bij mij diverse vragen op. Is de gezondheidszorg alleen verantwoordelijk voor zorg op basis van medische indicatie? Wat voor sociale factoren spelen een rol wanneer er geen sprake is van medische indicatie? Valt er iets voor te zeggen om zorg breder op te vatten dan ‘op medische indicatie’? Is wensgeneeskunde een probleem?

Voor mij heeft maakbaarheid en heel veel te maken met ons mensbeeld, ons lichaamsbeeld. Is goed niet goed genoeg, moet het beter?

In de epiloog van het boek wat Devisch heeft samengesteld, lees ik:

In ons moderne leven staat maakbaarheid centraal in plaats van acceptatie. Dat is ook logisch want zorgprofessionals worden opgeleid om ons beter te maken en wij willen beter worden. Niet alleen in onze gezondheid, maar ook met ons uiterlijk, innerlijk en ons welzijn. Beter dan goed dus? De medische wetenschap biedt ons hiertoe in ieder geval steeds meer mogelijkheden. Tuurlijk willen we betere middelen tegen bijvoorbeeld ALS en kinderkanker. Hoe eerder hoe beter. Natuurlijk wil niemand buiten de boot vallen maar gaat het proces van medicalisering niet te ver als ‘Beter dan goed’ de norm is?

Mijn voorlopige conclusie is:  meer preventie, een gezondere levensstijl, goede voeding en meer dialoog. Minder geneeskundige hardnekkigheid, meer zorg. De angst voor leed en dood niet meteen verstikken in boodschappen van hoop en behandeling. Het besef toelaten dat er ooit een eind komt aan al dat behandelen. Dan komt er volgens mij meer ruimte voor zorg en verzachten en dan kan de bijna volledig door de ziekte opgeslorpte aandacht terug naar de zieke gaan…naar de mens en naar zijn kwaliteit van leven.