Teveel empathie

Afgelopen weken las ik met veel interesse het laatste boek van Ignaas Devisch Het Empatisch Teveel . Voor wie Ignaas nog niet kent. Hij is een Belgisch professor in de filosofie, medische filosofie en ethiek. Hij werkt als filosoof aan de Universiteit Gent en de Gentse Arteveldehogeschool. Hij schreef eerder ‘Ziek van gezondheid’ en het beste spirituele boek 2017 ‘Rusteloosheid’.

Ik leerde Ignaas ‘kennen’ door zijn rol als samensteller van het boek ‘Ziek van gezondheid’. In dit boek wordt een verklaring gegeven over de medicalisering van de samenleving. En nu dus dit boek.

Empathie….hij had bijna geen beter onderwerp kunnen kiezen waar iedereen wel iets van vindt. Uiteraard begint hij met het vaststellen van een werkdefinitie: empathie is het vermogen je in te leven in en mee te voelen met wat je denkt dat de belevingswereld van anderen is. Vervolgens gaat hij nader in op het begrip aan de hand van filosofen, onder wie Theodor Lipps, Edmund Husserl, Emmanuel Levinas en Edith Stein.

Hij geeft in zijn boek aan dat elk moreel systeem empathie bevat, maar dat je kunt verschillen over de vraag wie deze empathie verdient. Hij vindt, althans zo lees ik het, dat empathie als uitgangspunt van je morele systeem wankel is omdat deze volgens hem gestoeld zijn op jouw goede gevoel OF de gelijkenissen tussen jezelf en degene op wie je je empathische betrokkenheid richt. Hij vindt dat het teveel empathie tot ongelijke behandeling leidt en niet tot rechtvaardigheid. Het empathisch teveel gaat vooral in op de beperkingen van empathie als sociaal en politiek instrument.

Zijn visie over dit onderwerp is niet onomstreden, maar dat geldt denk ik voor elke filosoof. Angela Merkel, maar ook Jesse Klaver beschouwen het vermogen om je in te leven  in anderen als stuwende kracht voor moreel handelen en een probaat middel tegen onverschilligheid. En in dit boek geeft Devisch aan niets tegen empathie te hebben, immers inleving in een ander leidt namelijk tot meer betrokkenheid bij onze wereld, maar hij schetst wel de schaduwzijde van dat empathisch teveel. Dat roept natuurlijk wel de vraag op wat kun je ervoor in de plaats kan stellen. Devisch houdt een pleidooi voor rechtvaardigheid en solidariteit.

Is empathie altijd goed? We weten vanuit onderzoek in de gezondheidszorg dat je niet voor iedereen empathie hoeft te ervaren om moreel te kunnen handelen. Na het lezen van dit boek realiseer ik mij dan ook dat empathie geen wondermiddel is waarmee we alle maatschappelijke problemen kunnen oplossen. Want zoals Devisch schrijft: ‘Wie geen grenzen markeert, creëert een eigen grenzeloosheid.’

Eigenlijk is het boek, kort door de bocht, een warm pleidooi voor sociale zekerheid.

Bestel hier het boek.