
Het lef om te verwonderen
Luisteren gaat veel verder dan alleen horen wat mensen zeggen. Hoe zegt men iets, wat doen ze terwijl ze het zeggen, hoe kijken ze, in welke persoonsvorm spreken ze als ze iets zeggen, spreken ze zacht of hard, in welke context vertellen ze het verhaal en wat resoneert er in jou en hoe? Zomaar wat vragen.
Vragen
Responderen op dat wat je hoort, is daar een belangrijk onderdeel van luisteren, zolang je in jouw respons bij de ander blijft en niet gaat vertellen hoe jij dat zou doen of oplossen. Want hoe geef je uitdrukking aan wat je hebt gehoord, parafraseer je wel of niet en zo ja, hoe doe je dat? En bij dit alles ligt de basis bij jezelf. Wat zijn jouw gedachten, jouw emoties, welke herinneringen komen er naar boven als je luistert naar de ander, hoe voel je je fysiek. Heb je echt de tijd om te luisteren, heb je echt gekozen om te luisteren of is je agenda daar eigenlijk te vol voor? Luister je in een omgeving die prettig is voor je, past datgene wat iemand vertelt in je eigen moreel kompas of wijkt dat er juist sterk van af. Al met al geen makkelijke opgave.
Cijfers
Lang geleden werkte ik als adviseur voor de Raad van Bestuur van een gesloten jeugdzorginstelling waar een justitiële jeugdinstelling (JJI) voor jongeren met ernstige gedragsproblemen bij hoorde. In mijn eerste maand vlogen de cijfers van het aantal criminele jongeren mij dagelijks om de oren. Cijfers over recidive, cijfers over afkomst, cijfers over hun onderwijs…..cijfers, cijfers, cijfers. Er zou binnenkort een werkbezoek plaatsvinden van een belangrijk kamerlid. Of ik dat inhoudelijk wilde voorbereiden. Terwijl ik achter mijn computer zat, dacht ik maar aan een ding: Wie zijn die jongeren die daar in die cellen zitten, wat is hun verhaal? Hoe zijn ze hier terecht gekomen?
Verwonderen
Met mijn nieuwsgierige blik, ruim voor het werkbezoek dat drie weken later zou plaatsvinden, vertrok ik ’s ochtends naar de JJI. Net als ieder andere bezoeker moest ik ook door de detectiepoorten en mijn spullen afgeven. Mijn collega stond op mij te wachten. Ze bracht mij naar die enorme hal vol met celdeuren. En daar liepen tientallen jongens en meisjes. De meesten verbleven daar al heel lang. Ze hadden allemaal, niemand uitgezonderd ernstige gedragsproblemen. Mijn collega had diverse gesprekken voor mij geregeld om meer context te krijgen voor het organiseren van het werkbezoek. Ik leerde daar jongeren kennen met verhalen over trauma, pijn, verslaving, groepsdruk, angsten en vele psychiatrische problematieken….. Ik zat soms ongemakkelijk op mijn stoel in hun cel. Sommigen spraken kwetsbaar, en anderen weer stoer, soms in de derde persoon soms in de eerste persoon. De ene keek mij aan, de ander keek juist naar beneden. Ik stelde alleen maar vragen, mijn respons kwam soms niet verder dan…waarom? Soms had ik geen woorden van verbazing, verwondering en verontwaardiging. En ja, ik heb ook een keer een traan gelaten.
Beschadigd
Ze was bijna 18 jaar. Felle bruine ogen en lang haar. Ze was heel sportief gekleed. Echt veel zin in het gesprek had ze niet want ‘u weet toch waarom ik hier zit’. Ik legde haar uit waarom ik hier was en dat ik haar niet als een cijfer wilde zien, maar als een mens met een verhaal. “Je hoeft mij niets te vertellen over de daad die je hebt gepleegd. Ik wil graag proberen te begrijpen hoe het zover heeft kunnen komen.” Toen deelde zij met mij het verhaal over jaren van mishandeling, de kast onder de trap, het geschreeuw, het gepest en de wereld die haar niet wilde horen. Dit waren haar laatste weken in de JJI. Ik luisterde in stilte, ik slikte, mijn blik regelmatig naar beneden gericht om controle te houden over de emoties die door mijn lijf gierden, mijn gedachten vlogen alle kanten op van haar ouders, naar haar, naar de slachtoffers. Aan het eind vroeg ik haar of ze wel eens droomde van haar vrijlating en van de vrijheid die op haar wachtte. Ze keek mij aan, ze voelde dichterbij dan aan het begin van ons gesprek: “Ik droom van de vrijlating, maar niet van de vrijheid. Want ik heb geen idee wat dat betekent en of ik daar mee om kan gaan. Thuis zat ik na school opgesloten in de kast onder de trap, hier in de cel. Gaat u er maar vanuit dat u mij binnen drie maanden weer op kunt zoeken in de volgende gevangenis.” Ik liep toen met tranen in mijn ogen door de gangen van het gebouw….zo jong…..zo beschadigd…..
Perspectief
Iedere jongere die ik die dag had gesproken had een enorme indruk op mij gemaakt. Voor mij waren het echte ontmoetingen. Zij waren het, die mij lieten reflecteren op mijn leven, op mijn moreel kompas, op mijn oordelen, waardoor ik mijn perspectief kon verdiepen, kon verbreden en veranderen.
Drie weken later koos het kamerlid er niet voor om te proberen te begrijpen wat deze jongeren te vertellen hadden. Ik pakte wel mijn moment om mijn ervaringen te delen; ik geloof niet dat ik hem raakte. Hij was die dag niet op bezoek om naar iemand te luisteren. Alleen zijn eigen woorden, oordelen, visie en keuzes galmde door de kamer.
Als het je lukt om echt te luisteren, en dat kan alleen de Ander bepalen, kan het je begrip van mensen en de wereld om je heen transformeren; wat onvermijdelijk je leven verrijkt.

