De klanken van het leven

Deze zomer was ik bij een openluchtconcert van Ibrahim Maalouf. Zijn muziek raakt mij zo diep dat ik, zelfs als ik in de auto luister, diepe emoties voel. Na het concert ging ik naar huis en wist ik dat ik zijn muziek nooit meer zo zou horen. Muziek blijft in beweging, de volgende keer zal hij het weer anders uitvoeren. Net zoals als wij de verhalen vertellen over ons leven. Je vertelt het verhaal nooit twee keer op dezelfde wijze en je hoort een verhaal of een muziekstuk ook nooit twee keer op dezelfde manier.

Ik ben in Amsterdam opgegroeid op het Linnaeushof. Bij de klanken van mijn kindertijd horen de trams die daar in de buurt rijden, maar ook het getik van tennisballen van de tennisbaan bij ons op het hof. Bij ons in huis stond een radiokast. Mijn vader hield van muziek. Mijn vader draaide graag plaatjes, ik speelde zelf op een orgel en zingen deed ik met mijn haarborstel als microfoon in mijn eigen kamer. Als tiener danste ik ook graag op muziek van Madness en Meatloaf. Herinneringen uit mijn kindertijd zijn verbonden door klanken, geuren en beelden. Ze hebben mij gevormd.

Nu kennen jullie mijn voorliefde voor filosofie. Over muziekfilosofie heb ik echter nog niet veel gelezen. Terwijl als je de mensen beter wil begrijpen muziek daar onlosmakelijk mee verbonden is volgens mij. Afgelopen maand begon ik mijn zoektocht.

Arthur Schopenhauer zei ooit dat muziek de hoogste van alle kunstvormen is. Hoewel hij een pessimistisch denker was hield hij er een positieve kijk op de kracht van muziek op na. Schopenhauer vindt dat als je antwoord wilt hebben op de essentie van ons bestaan je niet alleen boeken moet lezen, maar juist ook naar muziek moet luisteren.

Immanuel Kant stelt dat als je een rangorde van kunsten zou maken en genieten als criterium zou nemen, dan zou volgens hem muziek bovenaan staan. Maar volgens hem mag het in het leven niet om genot gaan. Het moet over verheffing gaan. Daarmee bedoelt hij de mate waarin iets redelijkheid en zedelijkheid stimuleert. Met dat als criterium staat muziek helemaal onderaan in de rangorde. Plato vond wel degelijk dat er van muziek een enorme kracht uitgaat; overigens wel een kracht die zowel verderfelijk als verheffend kan zijn. Hij stelt in zijn Politeia dat muzikale veranderingen altijd sociale en politieke veranderingen teweegbrengen. Hij vond dan ook dat slechte muziek verboden moest worden. Slechte muziek was volgens hem vooral muziek die bij ons gevoelens en gedachten naar boven halen die beter diep verstopt kunnen blijven.

Volgens Martha Nussbaum nodigt muziek uit tot sympathie en verbondenheid. Ze heeft het dan vooral over de muziek van Mahler. Klassieke stukken zouden onze empathische kwaliteiten aanspreken.

Als we naar muziek luisteren komen er emoties naar boven, emoties die de componist in de muziek heeft gelegd en die deel worden van onze eigen wereld. Muziek als kunstvorm werkt dus op ‘ons in’. Als het dat doet, kan het ons dan ook helpen de ander beter te begrijpen? Ik zeg altijd tijdens mijn lezingen: ‘Je kunt de ander nooit helemaal begrijpen omdat je niet in diens schoenen staat, maar we kunnen er wel kennis van hebben.’

Als we beter begrijpen, worden we dan een beter mens? Ik geloof dat als we bereid zijn om beter met elkaar mee te leven, we niet alleen onszelf maar ook de samenleving kunnen verbeteren. Ik denk dat er op dit moment een gebrek is aan begrip voor de ander in de wereld. Als muziek ons kan leren meer mens te zijn, en een verbindende rol kan spelen, wens ik iedereen veel mooie klanken toe!

Schilderij: Sound of the Sea – Frederic Paul