Paul Gauguin en de kunst van perspectief krijgen
Paul Gauguin, de complexe en controversiële schilder, roept bewondering én ongemak op. Zijn kunst lijkt te vragen: hoe zien wij de wereld, en wiens verhaal vertellen we? De nieuwe biografie Wild Thing: A Life of Paul Gauguin van Sue Prideaux brengt zijn leven en werk in een nieuw licht. Het boek onderzoekt niet alleen Gauguins nalatenschap, maar biedt ook een uitnodiging om onze eigen blik te heroverwegen. Het draait om het verschil tussen perspectief nemen en perspectief krijgen – een onderscheid dat essentieel is voor diep begrip.
De ‘Wilde’ in een nieuw licht
Prideaux opent haar biografie met een opmerkelijk detail: in 2000 werden Gauguins tanden ontdekt in een waterput nabij zijn laatste verblijfplaats in Frans-Polynesië. DNA-onderzoek bevestigde dat de tanden van hem waren, maar ontkrachtte de mythe dat hij syfilis verspreidde. Dit is slechts een van de vele vooroordelen die Prideaux onder de loep neemt. Wat volgt, is een genuanceerd portret van een man wiens leven vol tegenstrijdigheden was.
Gauguin, vaak afgeschilderd als een ‘koloniale rebel’, blijkt niet alleen een kunstenaar te zijn, maar ook een man die juridische strijd voerde tegen de Franse koloniale overheid. Toch roept zijn persoonlijke leven ongemakkelijke vragen op: hij had relaties met jonge Polynesische vrouwen en schilderde hen vaak als exotische symbolen. Zijn werk, zoals het beroemde Manaò tupapaú (1892), toont hun wereld door zijn ogen – maar wat zagen zij?
Biografie als spiegel
De kracht van Prideaux’ biografie ligt in haar vermogen om Gauguins complexe nalatenschap niet te vereenvoudigen. Ze daagt ons uit om voorbij de oppervlakkige oordelen te kijken en te zoeken naar de verhalen die zijn schilderijen niet vertellen. Hoe kunnen we de mensen die hij schilderde – zoals Tehamana, zijn Polynesische bruid – recht doen? Hun perspectief blijft grotendeels onzichtbaar in de archieven, een stilte die blijft schrijnen.
Historici zoals Saidiya Hartman pleiten voor het gebruik van ‘critical fabulation’, een methode om die archiefstilte te doorbreken met verbeelding en kunst. Schrijver Devika Ponnambalam doet dit in haar roman I Am Not Your Eve, waarin Tehamana eindelijk een stem krijgt. Dit soort werken laat zien dat perspectief krijgen soms betekent dat we actief moeten zoeken naar de stemmen die niet gehoord zijn.
Van biografie naar beleving
Gauguins leven biedt een krachtige metafoor voor het verschil tussen perspectief nemen en perspectief krijgen. In zijn schilderijen probeerde hij andere werelden vast te leggen, maar vaak bleef hij gevangen in zijn eigen blik. Zijn biografie leert ons hoe belangrijk het is om verder te kijken dan wat we zien. Wat vertelt een schilderij, en wat blijft onzichtbaar? Welke verhalen zijn we vergeten of genegeerd?
In de kunst en het leven van Gauguin zien we de spanning tussen bewondering en kritiek. Zijn schilderijen vernieuwden de kunstwereld en introduceerden andere schoonheidsidealen, maar ze symboliseren ook een dynamiek van macht en exploitatie. Om deze complexiteit te begrijpen, moeten we niet alleen zijn perspectief innemen, maar ook proberen het perspectief te krijgen van degenen die hij afbeeldde.
De uitnodiging van kunst
Gauguins biografie is een uitnodiging om zelf anders te kijken. Zijn werk, zoals Manaò tupapaú, roept vragen op: is het meisje op het doek bang voor geesten, zoals Gauguin beweerde? Of is ze bang voor hem? En hoe zou haar verhaal klinken als zij het zelf kon vertellen?
Het verkrijgen van een perspectief vraagt om meer dan empathie. Het betekent luisteren, leren en erkennen dat sommige verhalen verborgen blijven. Dit proces is geen eindpunt, maar een uitnodiging tot voortdurende reflectie. Zoals Herman Gorter ooit schreef: “Ik wou dat ik eens even u kon zijn.” Dit verlangen is de kern van kunst, biografie en menselijk begrip.
Kunst als leerschool
Paul Gauguin’s leven en werk leren ons dat perspectief krijgen geen eenvoudige taak is. Het vraagt om moed, een open geest en de bereidheid om onszelf en onze aannames uit te dagen. Zijn biografie herinnert ons eraan dat kunst niet alleen gaat over wat we zien, maar ook over wat we niet zien – en dat het onze taak is om te blijven zoeken naar die verborgen verhalen. Want pas als we echt proberen te zien wat de ander ziet, kunnen we beginnen de wereld beter te begrijpen.