Mededogen als medicijn

Prof. dr. Jan Smit is het nieuwe afdelingshoofd van de afdeling Interne Geneeskunde van het Universitair Medisch Centrum in Nijmegen. Hij is de opvolger van Prof. dr. Jos van der Meer die vorig jaar met pensioen ging. Met deze oratie maakt hij nu al een groot verschil voor mij als het gaat om patientgerichtheid.  “Als het bewustzijn van arts en patiënt met elkaar verbonden zijn, is de relatie tussen artsen en patiënten niet minder dan een ontmoeting tussen mensen in een situatie van bijzondere kwetsbaarheid. Juist in de kwetsbaarheid van de patiënt, zijn existentiële vragen over lijden, de eindigheid van het leven en het verlies van wat dierbaar is ligt een geheim van waar het in het leven werkelijk om gaat”.

Samenvatting van zijn oratie op 8 maart via het UMCN.

De materialistische kijk op het leven heeft geleid tot spectaculaire vooruitgangen in de geneeskunde. Maar die kijk bracht ook een fragmentatie van lichaam en ziel met zich mee, waardoor de geneeskunde vaak geen bevredigende antwoorden meer biedt aan patiënten.


Daarom pleit hoogleraar Jan Smit van het UMC St Radboud in zijn oratie op 8 maart voor de herintroductie van het ‘medicijn’ mededogen. Met die mix kan de persoonsgerichte gezondheidszorg – de Personalized Healthcare – naar een hoger niveau worden getild. 

In de 17e eeuw vond een belangrijke stap in de fragmentatie van lichaam en ziel plaats. Descartes en Hobbes stelden dat de natuur uit deeltjes was opgebouwd, die onderworpen zijn aan de wetten van de natuur. De Engelse medicus Harvey, die de bloedsomloop ontdekte, zag het lichaam als een stelsel van buizen en kleppen. De mens werd een apparaat, ziekte een mechanisch defect. Dit dualisme tussen lichaam en ziel leidde tot een boedelscheiding: artsen hielden zich bezig met het lichaam, priesters met de ziel.

“Deze materialistische visie leidde tot een enorme vooruitgang in wetenschap, die ook zijn weerslag had op de (interne) geneeskunde”, zegt prof. dr. Jan Smit van het UMC St Radboud, die vandaag zijn oratie uitspreekt. “De introductie van hygiëne, vaccinaties en antibiotica bracht een enorme daling teweeg in de sterfte door infectieziekten. Met geavanceerde technieken werden de oorzaken van niet-overdraagbare ziekten, zoals kanker, hart- en vaatziekten, nierziekten en diabetes ontrafeld. We introduceerden duidelijke diagnoses en effectieve geneesmiddelen. Met gentherapie corrigeren we foutjes van de natuur. Ingenieurs ontwikkelen op het beeldscherm innovatieve middelen tegen kanker en de regeneratieve geneeskunde ontwikkelt nieuwe weefsels uit stamcellen. Kortom, de mens is een bouwpakket geworden, een maakbaar systeem met bestelbare reserveonderdelen.”

Die materialistische, reductionistische benadering die ons zoveel heeft gebracht, belemmert ons echter als we nieuwe concepten proberen te ontwikkelen voor de Interne Geneeskunde, stelt Smit. Want dankzij de ‘meetbaarheid’ van het lichaam en de ontkoppeling tussen lichaam en ziel, proberen we gezondheid en ziekte te vangen in bijna wiskundige formules. Deze objectieve benadering stelt de relatie tussen dokter en patiënt op de proef en leidt volgens Smit tot medicalisering van de maatschappij.

Smit illustreert zijn visie met diverse voorbeelden, zoals de maagverkleinende operatie die wordt uitgevoerd bij mensen met obesitas en diabetes. “Als geneesmiddelen bij diabetes mellitus niet helpen, komt vaak maagverkleinende operaties in beeld”, zegt Smit. “Het aantal maagverkleiningen is in tien jaar vertienvoudigd tot ongeveer 8000 vorig jaar. De prikkel voor ziekenhuizen om deze vorm van ‘zorg’ aan te bieden, wordt paradoxaal genoeg vergroot door de eisen van ziektekostenverzekeraars. Waarom? Omdat ze de beste zorg op dit gebied definiëren als ziekenhuizen waar meer dan tweehonderd maagverkleiningen per jaar worden verricht. Daardoor investeren veel ziekenhuizen in deze therapie. Het Diabetes Prevention Program heeft echter aangetoond dat zestig procent van de gevallen van type 2 diabetes mellitus voorkomen kan worden door lifestyle maatregelen. Die zijn effectiever dan welk medicament of operatie ook. Gezondheid is maakbaar, maar het geheim is tijd, aandacht en mededogen. Tijd en aandacht zijn echter geen declarabele zorgproducten.”

De levensverwachting van Nederlanders is de laatste zestig jaar met 9 jaar gestegen. Toch ervaart minder dan de helft van de mensen van 75 jaar en ouder welzijn.
Smit: “Onvolkomenheden van een technology driven en aanbodgestuurde geneeskunde hebben geleid tot fragmentatie, medicalisering en definities van ziekte en gezondheid die geen relatie meer hebben met het heil van de individuele patiënt, zijn verwachtingen, zijn angsten en zijn hoop. Wanneer een patiënt ziek is gaat het niet over het waarnemen van een DNA-mutatie of een afwijkende concentratie van een stof in zijn bloed, maar over de gewaarwording. Over het gevoel van een gestoorde relatie in het lichaam en de daarbij behorende angsten, verlangens en zingeving. Deze gewaarwording kleurt zijn relatie met de omgeving maar wordt ook door zijn omgeving beïnvloed. Daarom is de definitie van een ziekte in uitsluitend maat en getal onzinnig. Bij ziekte hoort namelijk het bewustzijn van ziekte, het gevoel en de betekenis van ziekzijn in relatie tot je omgeving.”

Smit vindt dan ook dat artsen moeten aansluiten bij de beelden die de patiënt heeft van zijn ziekte en de betekenis van de ziekte: “Behandeldoelen kunnen daarom nooit alleen aan richtlijnen of individuele biologische profielen ontleend worden, maar alleen ontstaan in een gesprek met de patiënt. Personalized Healthcare moet daarom wel degelijk met persoonsgerichte gezondheidszorg vertaald worden: gericht op de persoon en niet op het bioom van de patiënt.”

Arts en patiënt zijn dus fundamenteel tot elkaar veroordeeld. Smit: “Als het bewustzijn van arts en patiënt met elkaar verbonden zijn, is de relatie tussen artsen en patiënten niet minder dan een ontmoeting tussen mensen in een situatie van bijzondere kwetsbaarheid. Juist in de kwetsbaarheid van de patiënt, zijn existentiële vragen over lijden, de eindigheid van het leven en het verlies van wat dierbaar is ligt een geheim van waar het in het leven werkelijk om gaat. Daarom moeten we in de Interne Geneeskunde de maakbaarheid proberen te verrijken met mededogen om de geneeskunde persoonlijker en gezonder te maken.”