De bezieling van Vincent

In 2015 bracht ik een bezoek aan de psychiatrische instelling in Saint-Rémy, de plek waar Vincent van Gogh ooit opgenomen werd. Het was een indrukwekkend en prachtig gebied om te verkennen en te observeren. Sinds dat bezoek heeft het leven van Vincent mij enorm gefascineerd. Onlangs had ik de kans om een indrukwekkende tentoonstelling te bezoeken over de laatste maanden van Vincent in het Van Gogh Museum. Wie was deze man die zo verkeerd werd begrepen door de mensen in zijn omgeving, maar toch zo’n intense scheppingsdrang had?

Brieven

Het leven van Vincent was gevuld met momenten van eenzaamheid, zo blijkt uit zijn uitgebreide briefwisselingen. Hij filosofeerde vaak over het leven, de kunst, zijn mentale toestand, maar vooral deelde hij in veel van zijn brieven gedetailleerde informatie over de tekeningen of schilderijen waar hij op dat moment aan werkte. Hij legde uit wat hem aantrok in het onderwerp en hoe hij zijn ideeën vormgaf. Zijn woorden scheppen een levendig beeld van een kunstenaar in volle actie.

Natuur

Voor Vincent van Gogh waren natuur en kunst innig verstrengeld. Hij vond nergens zoveel inspiratie, vrede en troost als in de natuur. Hij geloofde dat een kunstenaar de natuur echt moest kennen en begrijpen, en dat dit het best bereikt kon worden door te wonen en werken middenin het ongerepte platteland.

Vincent van Gogh schilderde volgens zijn directe waarnemingen en niet op basis van zijn verbeelding. De Bijbelse scenes ‘Christus in de Olijfhof’ gecreëerd door zijn kunstvrienden Paul Gauguin en Émile Bernard maakten hem zelfs ‘furieus’. Zijn eigen afbeeldingen van olijfgaarden schilderde hij in de open lucht, tussen de bomen.

Wat men ook beweert, voor een schilder is het beter om op het platteland te werken, alles is er sprekender, alles hangt met elkaar samen, alles wordt er duidelijk…

Schreef hij aan zijn zus Willemien vanuit Saint-Rémy-de-Provence, 20 januari 1890

Inspiratie

In de brieven lees je regelmatig verwijzingen naar boeken of literatuur. Zo schrijft hij op 18 maart 1888 aan Theo over het boek: ‘Pierre et Jean’ van Guy de Mauspassant

Heb je de inleiding gelezen met een uiteenzetting over de vrijheid die de kunstenaar heeft om te overdrijven, om in een roman een natuur te scheppen die schoner , eenvoudiger, en vertroostender; en verder net een uiteenzetting over wat misschien het woord Flaubert betekende: “le talent es tune longue patience’ en originaliteit een inspanning van de wil en van scherpe waarneming?

 Op 30 maart 1888 verwijst hij in een brief naar Wagner muziek.

Maar alle kleuren opvoerende komt men opnieuw tot kalmte en harmonie. En geschiedt er iets dergelijks als met de Wagner-muziek die met een groot orkest uitgevoerd daarom niet minder intiem is.

Gezondheid

Hij verwijst in vele brieven naar zijn gezondheidssituatie. Ik heb een willekeurige selectie gemaakt om een beeld te geven

9 maart 1888, Arles, aan Theo: Wanneer krijgen we in godsnaam een generatie van kunstenaars die gezond van lijf en leden is! Bij vlagen ben ik echt woedend op mijzelf, want het is helemaal niet voldoende om meer of minder ziek te zijn dan anderen, ideaal zou het zijn om een gestel te hebben dat sterk genoeg is om er 80 mee te worden en bovendien bloed dat echt goed is. Het zou echter een troost zijn als we het gevoel hadden dat er generatie van gelukkiger kunstenaars op komst is.

4 mei 1888, Arles, aan Theo: Ik was stellig oprecht op weg om een verlamming te krijgen toen ik uit Parijs wegging. Dat heeft me later nog flink parten gespeeld! Toen ik ophield met drinken, toen ik ophield met zoveel roken, toen ik weer begon na te denken in plaats van proberen niet te denken – mijn God, wat een zwaarmoedige tijden en wat een neerslachtigheid! Het werken in deze magnifieke natuur heeft me geestelijk gesteund, maar ook daar lieten mijn krachten het na enige inspanning afweten” 55 “Mijn arme kerel, onze zenuwziekte etc. komt zeker ook van onze wat te artistieke manier van leven – maar het is ook den onontkoombare erfenis, want in onze beschaving wordt men van generatie op generatie zwakker.

22 juli 1888, Arles, aan Theo: Mijn schildersvingers worden toch soepeler, ook al takelt mijn lijf af.” “Ik verouder sneller dan jij, en waar ik naar streef is je minder tot last te zijn. Welnu, als er geen grote rampen gebeuren en als de hemel niet naar beneden komt vallen, hoop ik daar in te slagen.” “

8 augustus 1888, Arles, aan Bernard: Gelukkig is mij maag weer zover hersteld dat ik deze maand 3 weken op scheepsbeschuit met melk en eieren heb geleefd. Als je het goed maakt, moet je kunnen leven van een stuk brood, ook al werk je de hele dag en heb je nog de kracht om te roken en een glas te drinken, want dat heb je nodig in die omstandigheden.

3 september 1888, Arles, aan Theo: Ah, waarde broer, soms weet ik zo goed wat ik wil. Ik kan in het leven en ook bij het schilderen wel zonder God, maar ziek als ik ben, kan ik niet zonder iets wat groter is dan ik, iets wat mijn leven is: scheppingskracht. En als je, lichamelijk van die kracht, gedachten probeert voort te brengen in plaats van kinderen, dan ben je op die manier toch een deel van de mensheid. 

Het gaat steeds slechter met Vincent

28 oktober 1888, Arles, aan Theo: Ik voel me nog steeds moe en dof in mijn hoofd, maar het gaat deze week beter met me dan de afgelopen veertien dagen.

Op de avond van 23 december 1888 heeft er een nooit geheel opgehelderde ruzie tussen Vincent en Gaugin plaatsgevonden, als gevolg waarvan Vincent zich een stuk van het linkeroor had afgesneden. Gaugin keerde hierna terug naar Parijs.

4 januari 1889, Arles, aan Theo: Als ik hier uit kom, kan ik hier weer stilletjes mijn gang gaan en weldra breken de mooie dagen aan en dan ga ik weer aan de bloeiende boomgaarden beginnen. Waarde broer, ik betreur het zo van je reis, ik wou dat je dat bespaard was gebleven, want al met al is me niets ergs overkomen en was er geen reden om zoveel moeite te doen.

Omstreeks 4 februari 1889 krijgt Van Gogh zijn tweede crisis. Hij wordt weer opgenomen. Hij dacht dat hij vergiftigd was. Dit soort episodes zal zich nog enkele malen herhalen.

Vincent wordt opgenomen in het psychiatrisch ziekenhuis in Saint-Remy.

10/15 mei 1889 schrijft hij in een passage aan zijn broer

Ik wilde je zeggen dat ik er geloof ik goed aan te hebben gedaan hierheen te gaan. Ten eerste omdat ik, nu ik de werkelijkheid van het lezen van de diverse krankzinnigen of geschiften in deze menagerie zie, de vage vrees, de angst ervoor verlies en er langzamerhand toe kan komen de krankzinnigheid te beschouwen als een ziekte zoals een andere.

In mei 1890 nam Vincent afscheid van het psychiatrisch ziekenhuis in Saint-Rémy, met de hoop dat hij onafhankelijk kon leven met zijn aandoening. Hij vond een bepaalde vorm van vrede in het dorp Auvers-sur-Oise nabij Parijs, waar hij snel weer begon te schilderen.

In 2017 ging ik naar Cafe Auberge Ravoux, gelegen tegenover het stadhuis in Auvers-sur-Oise, waar Vincent de laatste drie maanden van zijn leven doorbracht. Hij huurde een kleine kamer inclusief maaltijden voor drie frank en vijftig centimes. Zijn kamer had uitzicht op de toren van de katholieke kerk en een deel van de oude begraafplaatsmuur. In die tijd was Ravoux de ontmoetingsplaats voor de boeren en arbeiders uit de omgeving van Auvers.

24 mei 1890 schrijft hij aan Theo en zijn vrouw Jo:

Ik voel me – mislukt, dat is het wat mij betreft, ik voel dat dat het lot is dat ik aanvaard en dat niet meer zal veranderen.

En op 25 mei 1890 schrijft hij onder andere aan Theo:

Ik geloof nog steeds dat het een ziekte van het Zuiden is die ik heb opgedaan en dat de terugkeer naar hier voldoende zal zijn om het allemaal te verdrijven.

De dood

Op 27 juli 1890 trof Vincent zichzelf in de borst met een pistoolschot. Na het horen van het nieuws over Vincents poging tot zelfmoord, haastte Theo zich onmiddellijk naar Auvers. In de Auberge Ravoux waakte hij over zijn stervende broer.

Boven op de heuvel, voorbij de katholieke kerk, door het gele graanveld, daar is Vincent begraven. De plaats waar hij rust, is dezelfde plaats waar dokter Gachet en Vincent op zijn eerste dag in Auvers stonden, genietend van het uitzicht over de Oise-vallei. Vincents graf bevond zich dan ook dicht bij de ingang van de begraafplaats van Auvers. Zijn stoffelijke resten werden in 1905 herbegraven. Theo, die nauwelijks zes maanden later overleed († 1891), geloofde vurig in Vincent en werd in 1914 naast hem begraven.

De schrijver Frank Westerman schreef over de brieven van Vincent: Ze zijn een medicijn voor mij geworden, een middel tegen twijfel – existentiële zowel als artistieke. Het beste zou zijn; eenmaal daags een brief en om de drie jaar de kuur herhalen. Er zijn er 902 van hem bewaard.

Voor mij was er geen betere manier om Vincent van Goghs leven en de achtergronden van zijn werk te leren kennen dan door het lezen van zijn brieven. En dat ben ik gaan doen, en ik zal niet uitgelezen raken maar hem ook niet begrijpen.  Ik erken dat ik inmiddels meer van zijn brieven houd dan van zijn schilderkunst. Maar Vincent van Gogh? Je kunt niet niet van hem houden.