Sprakeloos

Afgelopen week ben ik meermalen sprakeloos geweest. Een aantal contacten raakte mij zo, dat ik geen woorden kon vinden om te beschrijven wat ik voelde. Maar de pracht en de kracht van de natuur maakt mij nog vaker sprakeloos. Het ruizen van de zee, de eindeloosheid ervan of de landing van de eerste ooievaars die de lente aankondigen.

Als je dagelijks om je heen kijkt, luistert, ervaart, ga je soms onder in de wereld. Het leidt bij mij steeds vaker tot verwondering en verbazing, maar ook soms tot groot verdriet of juist groot geluk. En tegelijkertijd vraag ik mij af of wat ik op dat moment waarneem ook echt zo is, of het de realiteit is en welke dan? Of is het slechts mijn aanname of oordeel. Of alles tegelijk?

Het kan naïeve verwondering zijn die je soms stil doet staan bij de waarneming en de daar opvolgende reactie van bijvoorbeeld een baby. Nog niet in staat om enig woord te delen, reageert zo’n kleine met geluidjes en gebaren. Terwijl de glimlach of de droeve ogen van een ouder iemand mij kan laten zien wat hij mogelijk heeft meegemaakt.

Waarnemen is toch ook vooral meemaken. Een werkelijkheid die zich op dat ogenblik voordoet. En die iets uitlokt waardoor we wát we meemaken niet in woorden kunnen vatten; sprakeloos zijn.

Ik houd van sprakeloosheid, want het verleidt mij te voelen en niet te denken. Een werkelijkheid, niet dé werkelijkheid, maar wel de schoonheid van een moment.