Oud en afgedankt

Oud en afgedankt
In een flat met kleine ramen
Herkent hij de gezichten wel
Maar herinnert zich geen namen

En hij zou wel willen schreeuwen
Van de eenzaamheid en pijn
Zijn einde is zijn troost
Want dan zal alles anders zijn

Afhankelijk en eenzaam
Niet in de maatschappij
Rennen we in sneltreinvaart
Aan hem en haar voorbij