Literatuur in de geneeskunde

Het is vandaag voor de 20ste keer World Book Day. Een initiatief van UNESCO. Een mooi moment om aandacht te besteden aan het belang van literatuur in de geneeskunde.

‘Geneeskunde is mijn wettige echtgenote en de literatuur is mijn maîtresse. Als de een mij verveelt, slaap ik met de andere. Het is misschien een beetje wanordelijk maar het is in ieder geval niet eentonig.’

Zo omschreef de arts en schrijver Anton Tsjechov in de 19e eeuw de verhouding van de literatuur met de geneeskunde.

Het is voor de arts niet alleen belangrijk om te verklaren waardoor iemand ziek is, maar ook om te weten wat de patiënt ervaart. Deze verschillende manieren van kijken, luisteren, observeren zouden vaker geïntegreerd moeten worden.  Wat zijn de symptomen? Welke afwijkingen zijn er bij het lichamelijk onderzoek? Wat is de diagnose? Dat zijn vragen waar de artsen goed mee bekend zijn.Maar wie wil doordringen tot de belevingswereld en daarmee het verhaal van de patiënt, zal zich in hem of haar moeten verplaatsen. Hoe zien de gedachten, gevoelens en emoties van de patiënt eruit? Wat is de betekenis van zijn of haar gedrag ten aanzien van de ziekte?

De Duitse filosoof en psychiater Karl Jaspers definieerde in Allgemeine Psychopathologie. Ein Leitfaden für Studierende, Ärzte und Psychologen dit zogenaamde hermeneutische begrijpen (‘Verstehen’) als ‘meesidderen’ met de patiënt. Daarmee is het niet de bedoeling om met de patiënt in de put te gaan zitten, maar om de klachten in te voelen en te interpreteren vanuit professionele autonomie.

Sofie Vandamme besluit aan het eind van haar boek ‘Koele minnaars’ dat literatuur en geneeskunde er een tegengestelde benadering van ziekte op nahouden, waarbij wetmatigheid tegenover verbeelding staat en specificiteit tegenover algemeenheid.

Philip Huff zei tijdens de dertigste Verweylezing in 2014:

De afstand tussen zichzelf en anderen verkleinen, door beter te begrijpen wie de ander ís, dat is wat de lezende mens doet. Dit effect, dat ik ‘cognitieve empathie’ zou willen noemen, kan niet worden gesorteerd door je ogen over een stukje tekst op een website te laten glijden. In tegenstelling tot korte nieuwsberichten op het blinkende platte vlak van een door advertentie-inkomsten gedreven website, is een goed geschreven roman een narratief dat ‘diep lezen’ afdwingt én faciliteert: het biedt zonder hyperlinks, plaatjes, filmpjes of geluidjes een lang en volledig verblijf in een andere wereld, waarbij de wereld waarin je leest verdwijnt. Je komt heel dicht bij de ander.’

Dus is er een rol voor boeken in de spreekkamer van de arts? Ja, want dankzij een goed verhaal, maar ook van een film of muziekstuk kan de belevingswereld van een patiënt duidelijker worden, zowel voor de patiënt als voor de arts. Deze kunstvormen kunnen naast de kunstbeleving ook een handvat bieden om ziektes en de beleving daarvan beter te begrijpen.