Verlangzaam je verlangen
Tijdens deze donkere dagen vol rust bekruipt mij een licht gevoel van angst: ‘Ik voel hoe heerlijk het niets doen is.’ Dat gevoel van vertragen, brengt mij direct bij het gedicht van Leonard Nolens.
Op zijn dagelijkse wandeling van zijn huis naar zijn werksouterrain in Antwerpen-Berchem, ziet hij keer op keer automobilisten voor stoplichten of in de file wachten: gejaagd achter hun stuur.
Laat
Vertraag.
Vertraag.
Vertraag je stap.
Stap trager dan je hartslag vraagt.
Verlangzaam.
Verlangzaam.
Verlangzaam je verlangen.
En verdwijn met mate.
Neem niet je tijd.
En laat de tijd je nemen –
Laat.
Leonard gebruikt het woord langzaam graag en regelmatig in zijn gedichten: ,,Ik moet het vaak schrappen omdat ik het te vaak gebruik. In elk gedicht zou ik het woord langzaam wel willen schrijven. Als woordbeeld, als klank, en allicht als betekenis: het verlangen om te fixeren, om stil te zetten, tegen het tikken van de klok, om het stromen van de tijd tegen te gaan.”
,,Ieder woord kijkt naar ieder ander woord in een gedicht. Dat doet een dichter: woorden naar elkaar laten kijken, luisteren, aanraken, elkaar bepampelen. Maar woorden moeten ook naar ’een buiten’ verwijzen, het mag niet hermetisch worden in de zin dat ze alleen maar naar elkaar kijken. Paradoxaal genoeg is een goed gedicht een compromis tussen het beeldende, muzikale en ideeënrijke.”
De beeldhouwer Brancusi formuleert treffend:
’Het is niet moeilijk om dingen te maken, het is moeilijk om je in een toestand te brengen waarin je ze kunt maken.’