Weer even tot leven

Hoewel ik geen fanatieke televisiekijker ben, was er dit jaar een programma waar ik echt voor ging zitten: “Onze jongens op Java”.

Op 31 maart 1948 vertrok mijn vader met de ‘Kota Baroe’ naar Nederlands Indie als dienstplichtig soldaat. Hij was als Amsterdammer in september 1947 Kampen gestationeerd voor zijn opleiding tot onderofficier. Op deze bewuste dag in maart veranderde zijn leven voorgoed.

Hij verbleef gedurende ruim twee jaar in Semarang op het eiland Java bij de geneeskundige dienst. Op 1 juni 1950 keerde hij terug in Nederland met de Gen. Hersey. Hij kreeg 100 gulden premie, 70 gulden kleedgeld, 260 gulden voor de 26 maanden dat hij daar diende, en hij mocht het ereteken voor “Orde en Vrede” dragen. In zijn papieren staat dat hij vanaf 2 juni 1950 in eigen voeding en huisvesting moest voorzien…..een dag later dus.

Waar is het eigenlijk voor geweest? Het was een verloren zaak. Dat waren woorden die ik als kind terug hoorde van mijn vader op de spaarzame momenten dat hij iets vertelde over zijn tijd daar.

Elk jaar op 4 mei was een dag van rouw bij ons thuis. De radio bleef uit, televisie mochten we tot 20.00 uur niet kijken. En mijn vader huilde, hij huilde intens maar zonder woorden. Wat hij heeft meegemaakt en gezien weet ik niet. Ik weet alleen dat wanneer er een kraam druppelde in ons huis dat tot een emotie leidde bij hem en het hem terugbracht naar de tijd daar.

Hij had het voornemen om na zijn pensioen terug te gaan naar Indonesie om zijn excuses aan te bieden want hij schaamde zich voor wat daar was gebeurd. Op 58 jarige leeftijd overleed hij echter aan huidkanker en metastasen in zijn hersenen. De laatste weken van zijn leven droomde hij veel over Indie; nachtmerries en angstaanvallen over gewonden, geluiden en oorlogshandelingen. Hij keerde nooit terug.

Na een oproep in het Veteranenblad kreeg ik enkele reacties van mannen die hem hadden gekend. Ze herkende in mij zijn lach; dat deed mij goed.

Begin deze eeuw bezocht ik Indonesie om namens hem excuses aan te bieden maar vooral om iets te zien van het land waar hij eigenlijk heel veel van hield. De schoonheid van de natuur, het eten, de taal, de mensen hij sprak er met liefde over zonder iets vrij te geven over de oorlog. Lopende door de straten van Semarang was het blijkbaar overduidelijk dat ik een kind van een veteraan was. Ik werd meermalen aangesproken met alle warmte ontvangen die ik mij maar kon wensen.

Ik bezocht ook de plek waar mijn vader met zijn maten had geslapen. De dag dat ik daar aankwam was de directrice van de school zo goed om de sloop van het gebouw stop te zetten. Een heel indrukwekkend moment omdat ik een dag later die plek nooit meer had kunnen zien.

Nu spreekt in dit programma Coen Verbraak met veteranen. Verhalen, beelden, emoties….het raakt mij diep. Zoveel jaar na het overlijden van mijn vader, krijg ik een inkijk in een deel van zijn leven wat ik niet ken en wat hem toch zo gevormd heeft. Het brengt hem weer even tot leven.